Overslaan en naar inhoud gaan

Prinsjesdag valt laat dit jaar

Financieel
Gepubliceerd op:

Prinsjesdag en de bijbehorende miljoenennota bevatten de eindelijk zo broodnodige brede steunmaatregelen waar miljoenen Nederlanders op zitten te wachten. Ik ben verheugd dat ook de AOW – de eerste pijler van ons pensioenstelsel – wordt verhoogd met tien procent. Zo wordt de koopkracht van gepensioneerden versterkt op een manier die dit jaar helaas nog niet is weggelegd voor pensioenfondsen zoals PME. Wat komend jaar gaat brengen is nog ongewis, maar meer indexatie dan afgelopen juli zit vrijwel zeker in het vat.

Regeren is vooruitzien zei een wijze Fransman lang geleden. Dat blijkt ook in deze eeuw nog steeds op te gaan. Alleen moet ik jammer genoeg vaststellen dat juist vooruitkijken de afgelopen jaren te weinig is gebeurd. Hersteloperaties in Groningen, de energietransitie, het woningtekort, de asielcrisis en de stikstofcrisis, bij allemaal waren de tekens aan de wand al lang en breed zichtbaar. Zo ook bij de huidige energiecrisis en de ongekende inflatie.

Al vorig jaar oktober waren de voortekenen van een fikse stijging in zowel de gas- als elektriciteitsprijs duidelijk. In de periode augustus – december 2021 steeg de prijs voor gas en elektriciteit met bijna vijftig procent. Een oorlog tussen Oekraïne en Rusland hing toen nog niet in de lucht. Sindsdien zijn de energieprijzen alleen maar verder gestegen. Maar het heeft tot ver in dit jaar geduurd voordat de eerste koopkrachtmaatregelen werden ingevoerd. Ook nu worden burgers in nood gevraagd om zelfstandig hun hoofd boven water te houden tot januari 2023 voordat ze echt iets merken van de lastenverlichting. Gelukkig wordt het voorschotbedrag op de energierekening vanaf november alvast verlaagd en ligt er een toezegging dat energiebedrijven huishoudens deze winter niet mogen afsluiten bij betalingsproblemen: het genoemde prijsplafond geeft lucht in 2023.

Indexatie deel van oplossing

Als pensioenfonds sta je te midden van de maatschappij. De signalen dat mensen het moeilijk hebben bereiken ons al langer. Onze gepensioneerde deelnemers schreeuwen om indexatie, alles om de gestegen kosten van energie, voedingsmiddelen en de huur te compenseren. In juli dit jaar konden we eindelijk na 14 jaar indexeren. Alleen met 1,29% was dit voor velen een druppel op de gloeiende plaat. Zoals het er nu uitziet kunnen we ook eind dit jaar weer een indexatie doorvoeren, maar met welk percentage is nu nog onduidelijk. Een volledige indexatie gelijk aan het inflatiecijfer over juli 2021 – juli 2022, zit gezien de beursresultaten en de onzekerheid van de oorlog, er vermoedelijk niet in. Dat het stukken hoger zal zijn dan 1,29% daar durf ik wel aan. 

Vooruitzien is pensioenfonds eigen

Ons pensioenfonds PME bestaat dit jaar 75 jaar. Eerder dit jaar vierde ABP al het 100-jarige bestaan. Het moge duidelijk zijn dat het bij pensioenen om de lange termijn gaat. De pensioenaanspraken van werknemers die nu aan hun werkende leven beginnen lopen door tot zeker 2080. Als bestuurders moeten wij rekening houden met termijnen van decennia. Ook besturen is vooruitzien. Dat betekent dat we voorbereid zijn op economische tegenvallers en dat we als fonds evenwichtig moeten optreden, rekening houdend met alle generaties, jong én oud. Bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel nemen we alle afwegingen mee om er voor te zorgen dat al onze deelnemers er zoveel als mogelijk op vooruit gaan. 

Vooruitkijken betekent ook nadenken over hoe de wereld er van morgen uit moet zien. De veertigers van nu gaan met pensioen rond 2050, het jaartal waarin de westerse wereld klimaatverandering definitief moet hebben opgelost. Als ons dat niet lukt dan gaan onze deelnemers met pensioen in een wereld die op leefbaarheid sterk heeft ingeleverd. Daarom investeert PME in de toekomst door geld te beleggen in vooruitziende fondsen zoals DeepTechXL en Innovation Industries. Fondsen in de eigen sector die duurzame en hoogwaardige technologie ontwikkelen, gericht op de toekomst. Dat betekent rendement voor nu, maar ook voor later.

Samen optrekken voor koopkrachtbehoud

Prinsjesdag valt laat dit jaar, althans zo voelt dat voor de meeste mensen in Nederland. Toch ben ik blij met wat er in de Miljoenennota staat wanneer het gaat om de handreiking die het kabinet doet om de koopkracht te stutten. Door het minimumloon versneld te verhogen, de studiebeurs te verhogen, de energielasten te verlagen, de uitkeringen te verhogen en de eerste belastingschijf te verlagen worden de meest kwetsbare mensen en de middeninkomens gecompenseerd. Dat is iets wat onze deelnemers echt nodig hebben. Pensioenfondsen kunnen de inkomensterugval namelijk niet in hun eentje repareren. Hoe graag we dat misschien ook zouden willen, wij moeten vooruitkijken, naar de verplichtingen tot ver in de toekomst.

We moeten het wel samen doen, werkgevers, kabinet en pensioenfondsen. Samen optrekken om de koopkracht te stutten en niemand achter te laten. Ik maak me wel zorgen over de positie van sommige van onze werkgevers, werkgevers in met name de energie-intensieve industrie die te maken hebben met hoge energieprijzen, haperende aanvoerlijnen, inflatie, extra winstbelasting en een terechte vraag naar een hoger loon voor werknemers. Ik hoop daarom dat het kabinet ook aan hen een handreiking doet. Dat geldt ook voor werkgevers buiten onze sector, zoals bijvoorbeeld de bakkers, voor al deze werkgevers zie ik nog weinig energiecompensatie terug. Al met al is deze Prinsjesdag wel een welkome boodschap waar het kabinet zich van een sociale kant laat zien. 

Eric Uijen
Voorzitter bestuur PME