Private equity: hoge kosten, maar nog hogere opbrengsten
Een van de manieren waarop PME het pensioengeld belegt, is private equity. Hierbij worden bedrijven door een beleggingsmanager buiten de beurs om gekocht, ontwikkeld en (na een aantal jaren) weer verkocht. Deze beleggingen geven vaak een hoger rendement dan bijvoorbeeld aandelen, vastgoed of obligaties. Private equity is daarom belangrijk bij het bereiken van een goed pensioen voor onze deelnemers. PME belegde in 2021 € 3,1 miljard in private equity. Dat is 4,8% van ons totale vermogen.
Hoge vergoedingen voor beheerders
Private equity geeft dus vaak een goed rendement, maar er is ook een keerzijde: de beheerders van private equity die PME moet inhuren vragen een hoge vergoeding. Daarbij geldt ook: hoe hoger het rendement, hoe hoger de vergoeding voor de beheerders. PME vindt de vergoedingen té hoog en we zijn ook geen voorstander van extra vergoedingen bij hoge rendementen. Toch blijven we beleggen in private equity. Want de beheerders verdienen in onze ogen dan wel te veel geld, maar ze verdienen nóg meer geld voor onze deelnemers.
857 miljoen euro in 2021
In 2021 waren de rendementen op private equity uitzonderlijk hoog: PME verdiende, ná aftrek van de kosten, 40,5% op deze beleggingen. In totaal bedroegen de kosten € 229 miljoen. Na aftrek van die kosten bleef er € 857 miljoen over voor de deelnemers van PME. Dat is gemiddeld ruim € 1.400 per deelnemer. Private equity leverde in 2021, ook na aftrek van kosten, een beter rendement op dan aandelen.