Overslaan en naar inhoud gaan

Stijging rente maakt beursverliezen goed

Financieel
Gepubliceerd op:

De dekkingsgraad van PME stijgt in het derde kwartaal tot 115%. Deze stijging in de dekkingsgraad wordt geheel veroorzaakt door de sterk gestegen rente. Deze is gestegen van 1,99% eind tweede kwartaal, naar 2,45% in het derde kwartaal. De vermogensmarkt verkeert door wereldwijde inflatie en de oorlog in Oekraïne in onrustig vaarwater. Het gevolg is een rendement over het afgelopen kwartaal van -/-4,6% negatief.

Kerncijfers derde kwartaal 2022

  • Actuele dekkingsgraad per 30 september 2022: 115%
  • Beleidsdekkingsgraad per 30 september 2022: 110,2%
  • Beleggingsrendement derde kwartaal 2022: -/- 4,6%
  • Beleggingsrendement 2022 (t/m derde kwartaal): -/- 23,8%
  • Vermogen in derde kwartaal gedaald tot ca. € 49,3 miljard
  • Pensioenverplichtingen in derde kwartaal afgenomen tot ca. € 42,9 miljard

Eric Uijen, voorzitter uitvoerend bestuur: “Onze dekkingsgraad blijft langzaam maar gestaag stijgen. Dat geeft ruimte om te indexeren. Een verhoging gelijk aan de inflatie is helaas voor PME niet weggelegd. Dat er meer in het vat zit dan in juli durf ik wel te beloven. Maar de huidige ongekende inflatiecijfers kunnen mijns inziens alleen gecompenseerd worden wanneer we dit samen doen, het kabinet, de werkgevers en de pensioenfondsen. Daarom ben ik blij dat de AOW met tien procent wordt verhoogd en er voor 2023 een prijsplafond op energie is ingesteld. Ook vele werkgevers, waaronder in de metaal en technologische industrie, nemen hun verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd maak ik me zorgen over de tegemoetkoming voor energie-intensieve bedrijven, voor werkgevers in onze sector zal het niet altijd genoeg zijn. Zij willen verduurzamen, zij willen meehelpen met koopkrachtcompensatie, maar dan moeten ze wel overeind blijven en kunnen concurreren met het buitenland. Daar zijn we helaas nog niet.”

Uitstel Wet toekomst pensioenen moet geen afstel worden

In september was het eindelijk zover, de behandeling van de Wet toekomst pensioenen in de Tweede Kamer. Het is een lang meerjarig en zorgvuldig proces geweest om tot de behandeling te komen.

Eric Uijen: “Gezien de grote verandering die de Wtp met zich meebrengt is het logisch dat de Kamer tijd vraagt om het voorstel te behandelen. De zorgvuldigheid van de Kamer valt te prijzen, uitstel tot 1 juli 2023 komt daarom niet onverwacht. Maar het moet wel bij een half jaar blijven, zowel de fondsen als de deelnemers hebben behoefte aan houvast. Het zou zonde zijn van al het werk dat de afgelopen jaren is verricht. Het is echt een grote verbetering ten opzichte van het huidige stelsel. Er komt niet meer geld bij, maar het komt voor de deelnemer wel sneller vrij.”

Vermogen licht gedaald, verplichtingen dalen sterker

Het totaal belegd vermogen van PME nam in het derde kwartaal verder af van € 51,6 miljard naar € 49,3 miljard. De daling wordt met name veroorzaakt door negatieve rendementen op de aandelenmarkt en binnen hoogrentende waarden. Onroerend goed wist het verlies enigszins te compenseren. De verplichtingen van PME zijn ten opzichte van het tweede kwartaal verder gedaald. Dit resulteert in een stijgende dekkingsgraad. De waarde van onze verplichtingen zijn vanwege de rentestijging gedaald van € 45,9 miljard naar € 42,8 miljard.

Marcel Andringa, uitvoerend bestuurder balans- en vermogensbeheer, “Na jaren van geringe inflatie, een lage rekenrente en hoge beurskoersen, is de wereld beland in onrustig vaarwater. Wereldwijd grijpen centrale banken in om de inflatie te beteugelen, met wisselend succes. Uit het Verenigd Koninkrijk kwam het zorgelijke bericht dat meerdere pensioenfondsen gered moesten worden door de Bank of England. PME hoeft hier niet voor te vrezen. Onze beleggingen zijn meer gespreid, bovendien is de markt voor staatobligaties in de eurozone gevarieerd en hebben we hogere buffers om eventuele tegenvallers op te vangen.”  

Kerncijfers derde kwartaal 2022